Voor deze katjes heeft deze gele treurwilg Salix sepulcralis ‘Chrysocoma’ in de herfst al gezorgd. Vroeger heette deze boom Salix alba ‘Tristis’, zo heb ik de boom ook geleerd, die naam spreekt misschien toch meer tot de verbeelding… Aan de stevige hoofdtakken bevinden zich zeer veel uitermate dunne twijgen die fragiel verticaal naar beneden hangen. Vooral de jonge twijgen zijn opvallend geel van kleur waardoor de boom momenteel een echte blikvanger is. De wilg drukt zijn knoppen heel dicht tegen de tak aan. Hij heeft al voor de winter zijn blaadjes en katjes keurig opgevouwen en in doosjes gestopt. Knoppen als doosjes, prima beschermd tegen de kou en klaar voor de start in het voorjaar. De schubben van de knop liggen als dakpannen over elkaar. Als het warmer wordt, stroomt het voedsel naar de knoppen. Die worden dan dikker en dikker en plotseling barsten ze open. Dat is telkens weer een verrassing. Het zijn net cadeautjes die worden uitgepakt! Gelijktijdig met het verschijnen van het blad komen de gele katjes tevoorschijn. Het lancetvormige blad is matgroen en kleurt in de herfst naar geelgroen.
Salix komt mogelijk van het Keltische sal (dicht bij water), hetgeen te maken heeft met de groei van veel wilgensoorten langs het water. Het kan echter ook afkomstig zijn van het Latijnse salire (snel groeien). Veel wilgensoorten groeien snel. Zo logisch dat Latijns!